Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij zult Mij [62]zoeken, en gij zult [Mij] niet vinden; en waar Ik [63]ben, kunt gij niet komen. 62. Dat is, gij zult nog begeren mij tegenwoordig te hebben. Zie hfdst.8 vs.21. 63. Dat is, alsdan zijn zal, of waar Ik heenga.